About work, leisure and pleasure...
Door: Christiena
Blijf op de hoogte en volg Christiena
04 Juni 2011 | Oeganda, Entebbe
En tja, over dat ‘veel plezier’, dit blijkt dus wel de missie te zijn dat ik flink veel tijd over heb. Ik had vrije dagen ingepland, maar niet zoveel. En dus gaat het verhaal hieronder dan ook voor een groot gedeelte over genieten van al het moois dat Uganda te bieden heeft.
Vorige week zaterdag waren alle zusters druk met andere dingen, dus hebben Cees en ik ons dagje vrij verruild van zondag naar zaterdag. We zijn gaan mountainbiken, langs de Nijl natuurlijk. Spannend, want het is dus regenseizoen en je ontdekt pas hoe glad die rode klei en modder is als je glibberend over kleine paadjes berg op en af gaat. Was super, we hebben met onderstaand uitzicht op de Nijl ‘geluncht’ (water en een mueslireepje) en waren na vier uur fietsen lekker afgepeigerd. Best stoere actie, al ben ik met afdalen een schijterd en ging ik met een slakkengangetje, maar berg op ging ik dan weer als een haas. Het was echt gaaf, je komt zo op plekken, over paadjes en in dorpjes waar je geen toerist ziet.
’s Avonds gezellig hapje eten met ‘Principal’ Regina, die Marije had meegebracht, een Nederlandse die in het noorden van Uganda voor ZOA refugee care werkt. Was een mooie ontmoeting, bijzonder om haar verhalen te horen over dat gebied waar de mensen met een zware geschiedenis van oorlog en geweld en verkrachting te dealen hebben. En hoe ‘toevallig’ kun je het krijgen, het bleek dat Marije daar bezig is om samen met vakmensen onderwijsprogramma’s te ontwikkelen voor verschillende praktische beroepen, waaronder bakken. We hebben dus e-mailadressen uitgewisseld en gaan straks de onderwijsprogramma’s uitwisselen…
Op zondagochtend met de zusters naar de mis, altijd een mooie, verstilde bijeenkomst met prachtig meerstemmig gezang. Na afloop moeten we ons even voorstellen en zingen de zusters ons een zegenlied toe. En ja, bij zoiets moet ik altijd een traantje wegpinken. Wat voel ik me dan verbonden, en inderdaad gezegend!
Later die ochtend gaan we naar Tororo (in het oosten, vlak bij de Kenyaanse grens) waar nu een bakkerij is, die straks gecombineerd wordt met de bakkersschool. Het is nog lang niet af, maar je ziet het al voor je, waarbij de geur van versgebakken brood die er hangt stevig helpt… Vervolgens ronden we het werk af door samen met de drie betrokken zusters de planning door te spreken en afspraken te maken. Het idee is dat de school vanaf februari 2012 eerst een semester proef draait met korte cursussen en dan gaat in september 2012 het eerste jaar echt beginnen. Een van de eerste acties moet nu zijn het aantrekken van de docenten. Als het zo ver is kom ik vast weer om de hoek kijken…
En dan vertrek ik dus op maandagochtend richting Sipi falls, 3 prachtige watervallen in een bergachtig gebied een stukje boven Tororo. Mocht je in de buurt zijn: Sipi River lodge is een aanrader: leuke mensen ontmoet, waanzinnig uitzicht en super relaxt overnachten in een banda met het geluid van de waterval als slaapliedje. Al ontdek ik later dat het, om naar mijn idee echt paradijselijk te zijn, wel een tikje warmer moet zijn. Het is vooral ’s nachts flink koud, want regenseizoen en we zitten op zo’n 1800 meter hoogte. Voordeel: geen muskieten, geen malaria. Nadeel: ik had helemaal niet gepland hierheen te gaan, dus heb geen bergschoenen bij me en ook nog mijn lange broek ergens laten liggen. Voordeel: super aardige lodge eigenaren die me schoenen (te groot) en een broek (te kort) lenen.
De eerste dag doe ik lekker rustig aan (zie de foto dat ik zit te typen met uitzicht op het riviertje) met het idee dat ik op dinsdag stevig ga wandelen, maar helaas ben ik voor het eerst in jaren weer eens geveld door de Afrika-buik-ziekte. Kotsen, diarree, laat ik je de details besparen. Ik zou met een andere gast gaan hiken en had de illusie dat ik dan misschien ’s middags mee kon, maar nee, hele dag plat. Gelukkig woensdag de herkansing, zie een paar foto’s van de tocht, met Patrick als gids (en geweldige fotograaf). En ik ga mezelf nog eens echt super stoer vinden, want ik heb op de geleende schoenen en met hoogtevrees toch wel even rotsen beklommen en opnieuw rode glibberpaadjes genomen, maar deze keer langs heeeele enge afgronden. Ik geef toe, vaak met een handje van Patrick of als een aapje op handen en voeten, maar toch… Onderweg nog een slokje lokaal gebrouwen bier gehad, al deden de geur, smaak en hoe het er uit ziet me iets te veel aan de dag van gister denken.
Ik ben een dagje extra in Sipi gebleven zodat ik op donderdag in de ochtend nog de derde, langste waterval kon bezoeken en ook Patricks koffiebranderij. Wees binnenkort welkom voor een bakje lokaal verbouwde, gebrande en gecrushte koffie, de laatste twee met een beetje hulp van mij. En al die tijd liet Wini, het meisje op de foto, geen oog van me af. Net als bij veel Ugandeze kinderen kreeg ik met moeite een lachje los, maar ze heeft me zeker een uur lang ononderbroken bestudeerd.
Ik neem trouwens alles terug over verwend. Want de tweede klimdag kon ik de geleende, te grote bergschoenen niet meer aan, mijn enkels waren te blauw. Volgens Patrick kon ik prima op mijn slippertjes, en ja, als je een Afrikaan bent dan gaat dat ook goed, zag ik om me heen. Ik heb geen idee hoe ze het doen, maar mijn slippers werden spekglad als ze nat waren, en ik heb dus ook hele stukken op blote voeten gedaan. Dat moest zeker toen onze route achter de 100 meter hoge waterval langs liep. Gelukkig kon Patrick mijn fototoestel daar niet gebruiken door al het water, want het waren interessante foto’s geworden. Volledig doorweekt en half zittend/op m’n kont glijdend, half monkey-style ben ik over de groene, spekgladde rotsen naar de overkant gekomen. Wow. Terugkijkend leuk hoor, maar op het moment zelf…
De trip terug naar Jinja was ook niet voor verwende mormels. Vanaf Mbale heb ik de Matatu genomen, het welbekende Afrikaanse openbaar vervoer: zo’n overvol, roestig busje dat zich met een akelige vaart een weg door het verkeer baant. Tegen het eind was ik het echt zat. En nee, het was niet de geur van de zes levende haantjes of de gedroogde vis die het hem deed. Ook niet het feit dat op elke rij van 3 vier mensen zitten, 20 in totaal terwijl de ‘conducteur’ er nog bijgepropt overheen hangt. En ach, dat telkens stoppen: voor nog maar een extra passagier, voor plassen, voor bagage opladen (balen rijst waar vier sterke mannen aan te pas komen om ze op het dak te krijgen), voor… Bij het feit dat me een reis van een uur was beloofd en ik niet eerder dan zo’n vier uur later in Jinja was, begon het al wel een beetje te kriebelen. Minder leuk was ook die politiecontrole, waarbij ze de bagage controleren door er met knuppels op te slaan. Oh help, zit mijn laptop tussen een voldoende dikke laag kleren??? Maar toen het busje aan de kant gezet werd, vier mensen eruit, de voorbank omhooggeklapt werd en het busje vol stond van de stoom… Kokende motor met als oplossing even een litertje water bijvullen… Dan voel je je wel opgesloten. Nog een voordeel dat ik niet voorin, boven die hete motor zat… En het voordeel is dat de hele trip, inclusief het laatste stukje met de brommertaxi, de boda boda, niet meer kost dan 12 duizend Ugandeze shilling. Dat is zo’n vier euro… En het voordeel is natuurlijk weer een mooi verhaal erbij…
Vanaf gister, vrijdag was het over met de rust. Nog wat werken in Jinja, langs Kampala om bakkers te ontmoeten en dan vandaag terugvliegen naar huis.
Tot later, liefs,
Christiena
-
07 Juni 2011 - 08:13
Remko:
He Christiena,
tof allemaal (terwijl wij hier zitten te ploeteren). Wat ik mij afvroeg: wordt daar wel graan verbouwd? ;-)
groetjes!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley